Lieve allemaal,
Ik weet niet hoe dat bij u is gegaan, maar voor mij duurde het even voordat ik wist hoe ik me voortaan voor zou stellen en wat ik moet zeggen op de vaak voorkomende vraag: hoeveel kinderen heb je?
Nu heb ik daar een duidelijk antwoord op en stel ik me bijvoorbeeld aan de jongeren van mijn werk als volgt voor. “Ik ben Anne. Ik werk hier al zo’n 10 jaar als psycholoog en zie er naar uit de komende weken samen aan de slag te gaan. Ik zal jou veel gaan vragen en daarom vertel ik altijd ook even wat meer over mezelf. Dan weet je wie je tegenover je hebt. Ik ben 33 jaar oud, ik ben getrouwd met mijn jeugdliefde Michiel en samen hebben we 5 kinderen. Daarvan heb ik er vier om voor te zorgen, ons vierde kindje is in de hemel.”
En u zult dat vast ook herkennen, dat de reacties daarop heel verschillend zijn. Van mensen die verschrikt reageren, doen alsof ze het niet gehoord hebben tot hartverwarmende reacties. Gelukkig zijn het vaak de laatste, zeker bij kinderen en jongeren die nog zo puur reageren.
Onlangs kreeg ik van iemand die me heel lief is de vraag waarom ik ons zoontje altijd noem, ook bij relatief onbekende mensen. Want waarom zou je jezelf en anderen steeds met dat verdriet confronteren? Een hele begrijpelijke vraag, die ik me ook afvroeg, voordat ik mijn kind verloor. Maar de waarheid is dat het niet goed voelt om hem niet te noemen. Lennan, zo heet ons zoontje, is zo’n belangrijk onderdeel van ons leven dat hij er helemaal bij hoort. Zowel voor ons als voor de kinderen.
Al moet ik wel eerlijk zeggen dat kort op de periode na Lennans dood ik niet goed over hem kon praten zonder in huilen uit te barsten. En daar had ik bij onbekenden niet altijd zin in. Dan praatte ik er wat omheen. Ik wilde het graag goed over hem hebben of anders maar niet. Maar nu het 2 jaar geleden is, kan ik mijn emoties over het algemeen goed sturen als ik zelf de ‘controle’ heb over het moment van voorstellen. Ik zeg expres over het algemeen, want het verlies en verdriet overvalt je soms op de meest onverwachte momenten. Maar ik heb wel geleerd dat tranen niet erg zijn. Het verdriet om Lennan hoort bij mij, zoals dat hoort bij mijn liefde voor hem. Gelukkig wordt daar meestal goed op gereageerd. En begrijpen mensen het niet, dan snap ik dat ook. Want helaas weten wij in deze zaal allemaal dat je niet weet wat het is om een kind te verliezen als je dat zelf niet hebt meegemaakt.
En een kind verliezen…. Ja…hoe is dat… het is het ergste wat er is. Een nachtmerrie voor elke ouder. Het is een leven voor en een leven na die bewuste datum. Het verliezen van je kind is levensveranderend. Niet alleen omdat je toekomst er zo anders uit ziet dan dat je voor ogen had, maar ook je visie op het leven, het feit dat je weet dat het leven zomaar ineens over kan zijn, dat de ellende niet alleen anderen treft, maar ook jouw gezin. Je wordt een ander persoon en dan natuurlijk die rauwe rouw.
In ons geval was de bewuste datum 1 oktober 2016. Ik was op dat moment bijna 37 weken zwanger van ons vierde kindje. Een jongetje, dat hadden de kinderen een week of 17 daarvoor blij onthult aan de hand van de echofoto die alleen zij mochten zien. Bijna alles was klaar voor de komst van hun broertje. En elke dag vroegen ze dan ook of hij vannacht geboren zou worden. Ik was lekker met verlof en genoot van het prachtige weer en het nestelen.
En toen was het de avond van 30 september en bekroop me, op het bruiloftsfeest van een collega, een onbestemd gevoel dat ik de baby niet voelde bewegen. Maar ja, ik was de hele dag druk geweest en als ik straks in bed zou liggen zou ik hem vast wel weer voelen. Maar ook na een paar uur rust, wat porren en duwen was er geen beweging. En toen wist ik aan alles dat het fout was. De verloskundige en later de echoscopiste bevestigd en wat ik al wist; ons zoontje leefde niet meer. Wat er dan door je heen gaat en wat er dan volgt is lastig te beschrijven. Maar als ik het zou moeten samenvatten komen deze twee woorden het meeste in de buurt: “Onvoorstelbare tegenstellingen.”
Dat je leven verwacht, maar er dood komt. Dat er geen geluk is, maar groot verdriet. Dat je, terwijl de weeën razen moet nadenken over of je een kistje of mandje wilt. Dat je gehuil verwacht, maar het stil blijft, dat je je kindje warm wilt toedekken, maar dat je er juist voor moet zorgen dat hij koud blijft. Dat je borsten vol melk zitten, maar je niet kunt voeden. Kraamvisitie wordt rouwbezoek, een huis vol kaarten, maar met condoleances in plaats van met felicitaties en een kraamweek die niet in het teken staat van elkaar leren kennen, maar een week wordt van afscheid nemen.
Allemaal tegenstellingen waar we niet op voorbereid waren. Op geen enkele manier.
Na die datum was alles anders. Alle dingen die ik daarna deed voelde ook echt weer als ‘eerste keren’. De eerste keer weer de kinderen naar school brengen, de eerste keer om boodschappen, voor de eerste keer met de auto (waarbij ik direct tegen een hek aanreed bij ons op de oprit terwijl ik daar al 10000 keer goed voorbij was gereden. Later las ik trouwens dat dat niet zo bijzonder is. Weet u dat uit Deens onderzoek blijkt dat vrouwen die een kind verloren hebben, de eerste jaren 7x zoveel kans hebben om betrokken te raken bij een dodelijk ongeluk, mannen 3x zo vaak… ).
Het heeft bij mij gewerkt om alles ‘aan’ te gaan en niets te ontwijken. Dingen die ik moeilijk vond deed ik juist, omdat ik niet wilde dat ik situaties zou vermijden of op plekken niet meer kon komen. De eerste keer kraamvisite 4 weken na Lennans dood was verschrikkelijk moeilijk, het onder ogen komen van mijn collega’s (die me op de bruiloft als laatste zwanger hebben gezien) ook. Het was een hele zware tijd, maar ik denk dat het goed is geweest.
Wat enorm geholpen heeft is dat ik voldoende tijd heb gekregen en genomen om echt het verdriet te doorleven. Met jonge kinderen thuis is het soms moeilijk om aan rouwen toe te komen. Ook omdat je er juist voor hen moet zijn. Elke dinsdag had ik mijn ‘lennan-dag’. Dan ging ik schrijven in mijn dagboek, lezen over rouw , naar het grafje of zocht lotgenotencontact. Dat laatste hielp mij ook echt. Dat je weet dat je niet gek aan het worden bent, maar dat die verpletterende vermoeidheid erbij hoort en dat het heel normaal is dat je je niet kan concentreren. Of dat het niet gek is als je je schuldig voelt als het even goed gaat en je niet verdrietig bent.
Tijdens het lezen van boeken over rouw, kwam ik erachter dat er verschillende rouwmodellen bestaan. Een model dat ik erg herken in mijn eigen leven is het duale procesmodel. Als rouwende hebben we de taak om een balans te vinden tussen de verliesgerichtheid en de herstelgerichtheid. Een balans tussen tijd van herinneren en verdriet en ook het oppakken van het dagelijkse leven die enorm veranderd is.
Lennan is verweven in ons leven. Er gaat geen week voorbij of zijn naam valt. Al is het maar om extra versterking te krijgen als de kinderen hun zin willen (“Mam, we willen echt nog even buitenspelen hoor, 5 tegen 2, Lennan vind het ook goed”). In alle familietekeningen van de kinderen staat hij en de begraafplaats is voor hen net zo bekend als de speeltuintjes in onze straat. Ze hebben allemaal een eigen fotoboek met daarin foto’s van hen en Lennan en de begrafenis.
En hoe graag ik ze dit alles ook bespaard had, ik vind het zo mooi om te zien dat kinderen zo krachtig zijn als ze de ruimte krijgen om het erover te mogen hebben. Om verdrietig te mogen zijn en herinneringen levendig te houden. Dat was echt niet altijd makkelijk. Het verdriet van de kinderen vond ik erg zwaar. We willen als ouders zo graag de problemen oplossen voor onze kinderen, maar de reden van hun verdriet kon ik niet wegnemen. En nog steeds komen er soms vragen waar ik even van moet slikken. Onze derde is net vier jaar en ik merk dat hij doordat hij ouder wordt ook verschuift in de fases die er zijn in begrip van de dood. Zo vroeg hij zich afgelopen oktober af of Lennan dan nu hij twee zou worden eindelijk weer uit de Hemel zou komen en ook bij ons Lennan-weekend kon zijn….
De kinderen hebben we zo veel mogelijk als kon betrokken bij veel dingen. Zo ook bij het maken van het graf. Op de afbeeldingen zie je dat de kinderen bezig zijn met het zandstralen van hun eigen handafdrukken en later ook met het vullen van de steentjes. Zoals jullie kunnen zien staat op Lennan zijn graf een regenboog. Een teken van Gods trouw, dat Hij in vreugde en in verdriet bij ons zal zijn. Wat is het dan ook bijzonder dat ook weer afgelopen 1 oktober er zoveel regenbogen te zien waren.
De dood van Lennan heeft ons enorm veel gekost. Heel veel tranen en energie. Maar het heeft ons ook heel veel gebracht. Voor 1 oktober 2016 was ik een andere vrouw dan de Anne die hier nu staat. En hoe graag ik Lennan ook op een andere manier in ons leven had gehad, ik ben ook heel dankbaar voor de enorme impact die Lennan op ons leven en op het leven van veel mensen om ons heen gehad heeft. Dat hij ons als gezin zo dicht bij elkaar heeft gebracht, dat we mogen weten wat echt belangrijk is in het leven, dat vriendschappen en familiebanden verdiept zijn en bovenal dat we Gods nabijheid zo duidelijk hebben mogen ervaren. Door Lennan heb ik veel meer begrip gekregen voor het verdriet van anderen die iemand moeten missen. Door zijn verlies ben ik een gebroken, maar wel een mooier mens geworden.
Ik hoop en bid dat voor u allemaal het grote gemis van onze lieve kinderen ons niet de adem beneemt en vooral ook dat we het verdriet er durven laten zijn. Deze avond is daar een prachtig voorbeeld van. Onze kinderen worden niet vergeten, onze tranen voor hen zijn de prijs die we betalen voor de liefde die we voor altijd voor ze voelen.
We steken een grote kaars aan voor alle overleden kinderen en een kaarsje voor ieder kind persoonlijk.
Zo koesteren we de herinneringen aan onze kinderen die hier niet meer zijn. Ook kijken we naar een kinderverhaal met een mooie boodschap voor de broertjes en zusjes.